top of page
Zoeken
Jaap Blokker

"Uiteindelijk bleek dat er toch wél aangifte gedaan kon worden"

Bijgewerkt op: 11 jun. 2021



Bedreigingen aan het adres van een journalist in de vorm van dreigende video’s, het langskomen bij de redactie en een klacht bij de Raad van Journalistiek. Dat een nieuwsartikel over een voormalig kandidaat VVD-partijlid dit teweeg zou brengen, had eindredacteur Herre Zwart nooit verwacht: “In alle uitingen had hij maar één doel: mij kapot maken, omdat ik hem kapot maakte. Terwijl we gewoon ons werk hebben gedaan.”


‘’Zeker weer zo’n kenker-Marokkaan. Ik deins geen centimeter meer terug voor dat soort rattenvolk’’, een opmerking van Ronald L., een oud-VVD’er uit Almere. Nieuwswaardig en opmerkelijk vond de redactie van de regionale Omroep Flevoland en dus schreven zij hier een kort artikel over. Eindredacteur Herre Zwart van Omroep Flevoland wist op dat moment nog niet wat hem de weken erop zou overkomen. “Ronald L werd in de periode die erop volgde heel vervelend, stuurde veel e-mails en als klap op de vuurpijl begon hij video's te sturen die zeer dreigend van aard waren”, aldus Zwart.


Aangifte

Zwart: “Aangifte doen bij de politie was op dat moment nog niet mogelijk, omdat er geen bedreigingen in feitelijke zin werden geuit.” Zwart vond dat opmerkelijk, gezien eerder gemaakte afspraken bij het OM en ministerie van justitie, waarbij er afgesproken was dat er meer aandacht zou moeten zijn voor intimidatie en agressie richting journalisten. De enige mogelijkheid van Zwart op dat moment was het maken van een melding.

Toch was het hoogtepunt van de dreigingen niet bereikt. Zwart vertelde wat er nog diezelfde dag gebeurde, bij de redactie van Omroep Flevoland.






Zwart: “Na dit incident besloten we vanuit de omroep een sommatie van de advocaat uit te laten gaan naar Ronald L. Daarin werd hem duidelijk gemaakt dat hij mij en de omroep met rust moest laten. Als hij iets wilde dan was een juridische weg de enige weg die bewandeld kon worden. Uiteindelijk legde hij de zaak voor bij de Raad voor de Journalistiek. Die gaf Omroep Flevoland volledig gelijk en serveerde Ronald L. af.”


Zwarte lijst

Na de uitspraak van de NVJ leek het stil rondom Ronald L. Dit bleek valse hoop nadat bleek dat de NOS met dezelfde man te maken kreeg. In een video die Ronald L op social media had gezet, werd aangekondigd dat er een zwarte lijst van journalisten rondging. Ronald L raadde de journalisten aan te vluchten, omdat hij “wist dat mensen hen iets aan zouden doen.”


Nadat de NOS had aangekondigd aangifte te doen tegen Ronald L, informeerde Zwart bij het OM of zijn melding ook nog zou worden meegenomen in de zaak. Hij raakte aan de praat met de agent die over zijn zaak ging en kwam uiteindelijk tot de conclusie dat aangifte toch wél mogelijk was. Ronald L eiste namelijk meerdere malen dat het bericht zou worden weggehaald en gebruikte daar een dreigende manier voor. Iemand dwingen iets te doen door dreigende taal te uiten is namelijk strafbaar. “Aan de hand van dat gesprek hebben we besloten alsnog aangifte te doen,” vervolgt Zwart.


“Op het moment in 2018 had ik niet het gevoel dat de preferente positie van journalisten, als het gaat om bedreigingen, destijds door de politie serieus genoeg werd genomen”, aldus Zwart. Toen uiteindelijk een paar jaar later bleek dat er wel degelijk aangifte gedaan had kunnen worden, was Zwart verbaasd. “Toch heb ik tot de dag van vandaag nog niet vernomen wat nu momenteel de stand van zaken is omtrent de aangifte”, concludeert Zwart.


Onvoldoende handhaving

In een brief van minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer op 31 maart 2021 werd toegegeven dat: “journalisten niet altijd de preferente positie krijgen die in het protocol PersVeilig is afgesproken, waardoor het langer duurde voordat journalisten aangifte konden doen.” Ook bevestigt de minister de observatie van Zwart over de slechte communicatie vanuit politie en het OM. Het op de hoogte houden van journalisten over de voortgang van aangiftes zou niet overal consequent plaatsvinden.

Wel heeft de minister toegezegd in het vervolg expliciet meer aandacht te besteden aan de preferente positie van journalisten. Daarnaast wordt ook benoemd dat journalisten beter geïnformeerd moeten worden over de reikwijdte en de bevoegdheden van de politie en het OM. “Geregeld is het beeld bij de journalist die aangifte doet, dat meer gedragingen onder de werking en bescherming van het strafrecht vallen dan dat daadwerkelijk het geval is. Zo is niet iedere heftige, onbetamelijke of nare uitlating te kwalificeren als bedreiging”, aldus Grapperhaus.


Werkwijze aanpassen

Wanneer verslaggevers systematisch te maken krijgen met een onveilige werksfeer, worden daar ook afspraken over gemaakt om de veiligheid van journalisten te garanderen. Zwart: “We hebben intern afgesproken bij een incident op Urk nooit alleen te gaan. Maar we laten nooit een onderwerp aan ons voorbij schieten, omdat het onveilig zou zijn. Wat we wel eens hebben gedaan is kijken of we ook op een ander moment langs kunnen gaan. Maar we hebben altijd gezegd, zeker ook met de vuurwerkrellen op Urk, dat we daar zelf aanwezig willen zijn om het verhaal goed te kunnen vertellen. ” Oplossingen

Zwart: “De autoriteiten moeten er bij dit soort zaken meteen bovenop zitten, meteen duidelijk maken aan de mensen die deze bedreigingen uiten, dat dit niet de gang van zaken is die we willen in Nederland. Echt meteen erop, aan de deur, mee naar het bureau, maakt niet uit zolang er maar een duidelijk signaal afgaat naar de samenleving dat dit niet moet kunnen. En zodra het niet stopt ook overgaan tot vervolging. Je moet als journalist je werk kunnen doen.”

23 weergaven0 opmerkingen

Comments


Post: Blog2 Post
bottom of page